Thema's

Welzijn en Zorg

Zorg en ondersteuning van volwassenen (Wmo)

Dit onderdeel gaat over het gebruik van de Wet maatschappelijke ondersteuning; het aantal cliënten en zorgsoorten, ontwikkeling daarin, kenmerken van de cliëntgroep(en) en oordeel over de hulp.

Wmo; cliëntaantallen, ontwikkeling en soorten hulp

In 2024 hadden 11.800 cliënten een (of meer) indicatie(s) voor zorg uit de Wmo (excl. Beschermd Wonen), zo'n 7,5% van de meerderjarige bevolking. Het gaat hierbij om zorg via zogenaamde maatwerkvoorzieningen, waarbij inwoners zorg krijgen van zorgaanbieders, wat vanuit de Wmo wordt bekostigd. Deze paragraaf gaat verder in op Wmo Hulpmiddelen, Wmo Huishoudelijke hulp en Wmo Ondersteuning. Wmo Beschermd wonen wordt besproken in een eigen paragraaf.

Onderstaande figuur laat zien hoe de cliëntgroep zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het meest in het oog springt de afname van cliënten met Wmo ondersteuning vanaf de start van 2022. Dat komt door de start van de buurtteams volwassenen per 1 januari 2022. Deze teams bieden rechtstreeks begeleiding aan inwoners en nemen daarmee (een deel van) de cliënten met maatwerkvoorzieningen uit de groep Wmo ondersteuning over. Gedurende 2021 kregen 3.580 inwoners Wmo ondersteuning. In (heel) 2024 is dat teruggelopen tot 2.270. De buurtteams Volwassenen gaven in 2022 aan ruim 3.270 volwassenen in Nijmegen ondersteuning, in 2024 ging het om 3.490 inwoners.

Het aantal cliënten met huishoudelijke hulp over 2024 ligt met 5.910 personen wat lager dan in 2023 (-130). Deze afname weerspiegelt echter niet direct een afname in de vraag, maar komt door een oplopende wachtlijst, waardoor indicatie en verzilvering van de hulp uitblijft. Het aantal inwoners dat gebruik maakte van hulpmiddelen nam met 55 cliënten licht toe tot 6.720. Het totaal aantal inwoners met Wmo maatwerkvoorzieningen (excl. beschermd wonen) is in 2024 wat kleiner dan in 2023 (-310 cliënten). Dit wordt met name veroorzaakt door de afname van Wmo Ondersteuning, omdat cliënten worden overgenomen door het buurtteam Volwassenen. Als inwoners met ondersteuning van het buurtteam Volwassenen en Wmo maatwerk worden samengenomen, is een gestage groei van het totaal aantal cliënten te zien, zoals de rode lijn in onderstaande figuur laat zien.


Figuur: Unieke cliënten Wmo (excl. beschermd wonen) en buurtteam Volwassenen, totaal en naar zorgsoort: 2022-2024
Bron: Registratie gemeente Nijmegen en registratie Buurtteams Volwassenen

De cliëntgroep met hulpmiddelen is het grootst (6.720 cliënten in 2024). Deze groep bestaat in meerderheid uit cliënten met een vervoersvoorziening (5.890 cliënten in 2024), gevolgd door woonvoorzieningen (1.840 cliënten in 2024) en rolstoelen (1.410 cliënten in 2024). In omvang wordt de cliëntgroep hulpmiddelen gevolgd door cliënten huishoudelijke hulp (5.910 cliënten in 2024) en begeleiding en dagbesteding (2.270 cliënten in 2024). De kleinste groep vormen de cliënten met verblijf (560 cliënten in 2024). Het verblijf in deze groep is (anders dan bij beschermd wonen) gericht op de korte termijn. Veel cliënten krijgen meerdere soorten ondersteuning. Er zit daarom de nodige overlap tussen de vier cliëntgroepen. Lees hierover meer onder 'stapeling van sociale regelingen' (zie menu links).

Een lokale bewerking van het landelijk ontwikkelde wmo-voorspelmodel schetst de verwachte ontwikkeling van het gebruik van Wmo-klassiek tot 2028. Dit model voorziet groei in het gebruik. Dat geldt voor huishoudelijke hulp en hulpmiddelen, met uitzondering van rolstoelen. Voor rolstoelen wordt afname verwacht. Meer over het landelijke wmo-voorspelmodel leest u hier: https://wmovoorspelmodel.vng.nl/

Kenmerken cliënten Wmo (excl. beschermd wonen)

Onderstaand overzicht laat voor cliënten met een maatwerkvoorziening voor hulpmiddelen (vervoersvoorzieningen/woonvoorzieningen/rolstoelen), huishoudelijke hulp en begeleiding/Wmo verblijf zien hoe de groepen (in 2024) zijn opgebouwd qua geslacht en leeftijd. De cliëntgroepen hulpmiddelen en huishoudelijke hulp hebben veel raakvlakken; in meerderheid vrouw, met twee derde tot drie kwart ouder dan 65 jaar. De cliëntgroep begeleiding/Wmo verblijf ziet er anders uit; ongeveer even veel mannen als vrouwen en in meerderheid jonger dan 64 (89%). De kenmerken van de cliëntgroepen is over de jaren stabiel.


Figuur: Geslacht en leeftijd naar soort Wmo-hulp
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Spreiding cliënten over de stad

Onderstaande figuur toont de spreiding van cliënten Wmo maatwerk en buurtteams Volwassenen over de 9 stadsdelen in de stad. Absoluut gezien wonen de meeste cliënten in Nijmegen-Zuid (ruim 2.430) en Dukenburg (ongeveer 2.290), gevolgd door Nijmegen-Oost (2.210). Dukenburg is ook in percentueel opzicht - als aandeel van de bevolking van 18 jaar en ouder - een stadsdeel waar veel Wmo-cliënten wonen (12,5%), terwijl dat voor Nijmegen-Oost niet het geval is (6,9%). In het Centrum en Nijmegen-Noord zijn de cliëntaantallen zowel absoluut (resp. 690 en 900) als relatief het laagst (resp. 5,6% en 5,1%).


Figuur: Cliënten Wmo maatwerkvoorzieningen en buurtteams per stadsdeel; absoluut en als % van bevolking 18+
Bron: Registratie gemeente Nijmegen en registratie buurtteams volwassenen

Onderstaande kaart toont de spreiding van alleen de Wmo-cliënten met een maatwerkvoorziening (excl. Beschermd Wonen en buurtteams volwassenen) meer gedetailleerd op wijkniveau. Het aandeel cliënten in de bevolking (boven de 18) is het hoogst in Meijhorst (15%) en Malvert (14%). Kwakkenberg, Ressen, Haven- en Industrieterrein en Ooyse Schependom hebben relatief het minste cliënten (allen afgerond 2%).


Figuur: Aandeel cliënten Wmo maatwerkvoorzieningen per wijk
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Wmo beschermd wonen

Beschermd Wonen bestaat uit twee soorten zorg: Beschermd Wonen en Beschermd Thuis. Deze laatste vorm van zorg is sinds 2020 actief en hierbij wonen inwoners zelfstandig in de (al dan niet gedeelde) woning met de benodigde begeleiding, toezicht en 24/7 beschikbaarheid van zorg. Nijmegen heeft voor beschermd wonen een regiofunctie, wat betekent dat Nijmegen het beschermd wonen ook verzorgt voor cliënten uit de regio (Rijk van Nijmegen en Gennep, Tiel, Culemborg, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Buren, West Betuwe).

In 2024 woonden 850 cliënten in een beschermde woonvorm of maakten gebruik van Beschermd Thuis. Dat is meer dan in de periode 2021 t/m 2023, toen dit aantal tussen de 730 en 790 lag. Deze toename komt door een veelvoud aan redenen; een toename van complexe zorgvragen, stagnatie van uitstroom door krapte op de woningmarkt en een verminderen van de wachtlijst door het afsluiten van meer maatwerkovereenkomsten. Deze aantallen zijn op basis van de gedeclareerde zorg via Zorg in Natura. Er zijn ook inwoners die via Pgb gebruik maakten van Beschermd Thuis; 140 personen in 2024. Ruim 80% van de cliënten in 2024 woonde in Nijmegen, de overige cliënten woonden in de regio. In 2024 was verreweg de grootste aanbieder de RIBW (33% van de cliënten). Stichting IrisZorg, Onder de Bomen en Stichting Jados nemen ieder tussen de 12% en 17% van de cliënten voor hun rekening. De overige cliënten krijgen zorg van een groot aantal kleinere aanbieders. Indicatiestelling voor beschermd wonen en beschermd thuis gebeurt bij de GGD.

Kenmerkend aan de cliëntgroep is dat deze in meerderheid bestaat uit mannen (63%) en personen onder de 65 jaar (98%) (zie onderstaande figuur op basis van de cliëntgroep in 2024). Een substantieel deel is jonger dan 27 (52%), en dit aandeel is de afgelopen jaren groeiende (49% in 2022, 41% in 2021, 33% in 2020), terwijl het aandeel 65-plussers daalt. Dit komt door de overgang van de meer langdurige - en daarmee waarschijnlijk oudere - cliënten naar de Wet Langdurige Zorg in 2021.


Figuur: Geslacht en leeftijd van cliënten beschermd wonen
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Oordeel over Wmo-hulp

De laatste vier metingen (over 2020 t/m 2023) in het kader van het cliëntervaringsonderzoek Wmo laten geen grote verschuivingen in de uitkomsten zien.

  • Uit de meting over 2023 blijkt dat 80% van de cliënten de geboden hulp/ondersteuning van goede kwaliteit vindt; 9% vindt dat dat niet het geval is (11% ‘neutraal’).
  • Verder geeft 78% aan dat de geboden hulp de ervaren kwaliteit van leven verbeterd heeft; 5% geeft aan dat dat niet het geval is.
  • Bijna twee derde (64%) geeft aan dat men snel geholpen werd; 18% geeft aan dat dat niet het geval is.
Deze pagina is gebouwd op 05/28/2025 08:25:35 met de export van 05/28/2025 08:17:23