Samenvatting

Samenvatting overige onderwerpen

Samenvatting overige onderwerpen

Inleiding

In dit deel van de samenvatting vindt u een overzicht van andere belangrijke informatie uit de Stads- en Wijkmonitor over de onderwerpen, die we niet onder het begrip ‘brede welvaart’ hebben geplaatst. Bij de keuze van wat we wel en niet onder brede welvaart hebben opgenomen, hebben we vooral gekeken naar de Regionale Monitor Brede welvaart van het CBS.

Hieronder komt u regelmatig de term benchmarksteden tegen. Het gaat om zeven kennissteden (studentensteden) met tussen de 120.000 en 250.000 inwoners (Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg) en Arnhem (stad van vergelijkbare omvang nabij Nijmegen). Bij deze cijfers moet bedacht worden dat mensen meer dan 1 keer per jaar slachtoffer kunnen worden.

Ontwikkeling bevolking en woningen

  • In 2022 en 2023 zorgden externe factoren voor een sterke toename van het aantal inwoners (+8.000 in twee jaar tijd). In 2022 was dat de oorlog in Oekraïne, waardoor er veel vluchtelingen naar Nederland en Nijmegen kwamen. En in 2023 zorgde de introductie van het nieuwe studiefinancieringsstelsel, met weer een toelage voor uitwonende studenten, voor veel extra inschrijvingen in het BRP. Ook in 2024 is er sprake van een flinke toename van circa 1.900 tot 189.000 inwoners op 1 januari 2025.
  • Van begin 2017 tot begin 2025 is de Nijmeegse bevolking met 9% toegenomen, tegenover gemiddeld 7% in de benchmarksteden.


Figuur: Index bevolkingsgroei vanaf begin 2017. Bron: CBS Statline.

  • Bij de groei van het inwonertal door de jaren heen speelt de groei van het aantal jongeren dat naar Nijmegen komt om hier een opleiding te volgen een belangrijke rol. Sinds 2000 zijn de studentenaantallen jarenlang toegenomen. De laatste paar jaar zien we een daling van het aantal studenten aan de Nijmeegse locaties van de HAN; het aantal studenten aan de Radboud Universiteit bleef ongeveer gelijk. Op beide instellingen studeren circa 24.000 studenten, in totaal 48.000. Volgens de ramingen van het Ministerie OCW zal het aantal hbo-studenten de komende jaren nog verder afnemen en zal het aantal wo-studenten de komende paar jaar min of meer gelijk blijven. Een deel van de 48.000 studenten aan de Radboud Universiteit en HAN woont in Nijmegen: ruim 21.000 in studiejaar 2023/2024, versus circa 20.000 in de jaren daarvoor. Een deel van die studenten blijft na het afronden van de studie in Nijmegen wonen.
  • Het aantal in de stad woonachtige hbo- en universitaire studenten per 1.000 inwoners is in Nijmegen hoger (114 in 2024) dan gemiddeld in de benchmarksteden (101). Dit aantal is het hoogst in Groningen, gevolgd door Leiden.
  • Bij de groei speelt uiteraard ook de woningbouw een rol. In 2024 kwamen er ruim 1.100 nieuwbouwwoningen bij. Dat is minder dan de bijna 1.600 in 2023, maar meer dan in de vier jaren daarvoor (gemiddeld 740). Behalve door nieuwbouw komen er ook woningen bij door toevoegingen in bestaande panden/gebouwen. In totaal is het aantal woningen in Nijmegen in 2024 met ruim 1.400 toegenomen tot circa 87.800 eind 2024. In 2023 was de toename hoger (+1.760), in de vier jaar daarvoor lager (gemiddeld +980). Begin 2024 was 53% een eengezinswoning en 47% een meergezinswoning. Het aandeel meergezinswoningen is gestegen (was 45% in 2017). Van de woningvoorraad bestaat begin 2024 43,5% uit koopwoningen, 38,5% uit corporatiewoningen en 18% uit woningen van overige verhuurders. Het aandeel huurwoningen van overige verhuurders is sinds 2017 wat gestegen en het aandeel huurwoningen van corporaties wat gedaald. De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in Nijmegen (€374.000 in 2024) is hoger dan gemiddeld in de benchmarksteden (€336.000).
  • Van begin 2017 tot begin 2025 is het aantal woningen in Nijmegen met 12% toegenomen, tegenover gemiddeld 10% in de benchmarksteden.


Figuur: Index groei aantal woningen vanaf begin 2017. Bron: CBS Statline.

  • In Nijmegen wonen 77.000 huishoudens “zelfstandig” (hebben een eigen woning of huren een complete woning). Ruim 40% van die huishoudens bestaat uit 1 persoon. Het eenpersoonshuishouden is de huishoudensvorm die sinds 2000 het sterkst is toegenomen. Naast de zelfstandig wonende huishoudens (met een eigen huur- of koopwoning) zijn er in Nijmegen ook heel veel mensen die “onzelfstandig” wonen: die een kamer huren op de particuliere kamermarkt of bij de SSHN, of een zelfstandige eenheid van de SSHN bewonen. Bij elkaar gaat het om rond de 25.000 mensen.
  • Het inwonertal van Nijmegen zal de komend jaren blijven groeien. Voor de Demografische Verkenning 2025 zijn verschillende scenario’s opgesteld, variërend van 196.000 tot 213.000 inwoners in 2040. De sterke toename van de groep 70+-ers is het meest zeker en doet zich in ieder scenario voor. Afhankelijk van het scenario nemen ook de groep 30-50-jarigen en de groep kinderen in kleinere of grotere mate toe. De groei zal vooral terug te vinden zijn in de stadsdelen met veel nieuwbouw: Nijmegen-Noord, Nijmegen-Midden (Winkelsteeg) en Nijmegen-Oud-West.

Economie

  • Na de zeer sterke groei van het aantal banen in de stad in 2022 (+4,2%) en 2023 (+4%) nam het aantal banen in 2024 met 2,3% toe tot 116.590. Als we 2024 met 2016 vergelijken, zien we in alle sectoren een stijgende lijnen in de werkgelegenheid. De afgelopen drie jaar zijn er geen opvallende ontwikkelingen geweest; de gezondheids- en welzijnszorg blijft de grootste sector in Nijmegen en biedt de meeste werkgelegenheid (30%). Op de tweede en derde plaats volgen de sectoren onderwijs (14%) en zakelijke dienstverlening (13%). In vergelijking met de benchmarksteden telt Nijmegen relatief veel banen binnen de gezondheidszorg en het onderwijs en relatief weinig banen in de zakelijke dienstverlening en industrie.


Figuur: Aantal banen in Nijmegen. Bron: PWE-Gelderland 2024.

  • Van alle werkenden in Nijmegen werkt 49% bij een mkb-bedrijf, is 37% in dienst bij een grootbedrijf en werkt 14% als zelfstandige.
  • Steeds meer werkende Nijmegenaren werken in hun eigen stad: in 2023 werkte 52% van de Nijmegenaren in loondienst in Nijmegen, tegenover 48% in 2020. Van de Nijmegenaren, die in 2023 buiten de stad in loondienst werkten, werkte 42% binnen de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen en 58% daarbuiten.
  • Tegelijkertijd is het aandeel werknemers van buiten de stad afgenomen. Van de mensen die in Nijmegen in loondienst werken, woonde in 2023 53% buiten de stad, tegenover 58% in 2020. Van de werknemers, die in 2023 buiten Nijmegen woonden maar in de stad werkten, kwam 60% uit de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen en 40% van daarbuiten.
  • Sinds het eerste kwartaal van 2021 typeert het UWV de arbeidsmarkt in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen ieder kwartaal als “krap” of “zeer krap”. De krapte op de arbeidsmarkt zorgde in 2022 voor het laagste percentage WW’ers in Nijmegen in 25 jaar (1,3% van de 15- t/m 64-jarigen). In 2023 en 2024 is dit percentage nauwelijks veranderd.
  • Het gemiddelde rapportcijfer van bedrijven en instellingen voor het ondernemingsklimaat in Nijmegen ligt in 2024 op 6,2. Dat is lager dan bij de 6,6 in 2018 en de 6,8 in 2021. Landelijk onderzoek laat zien dat ook het rapportcijfer van bedrijven voor het ondernemingsklimaat in Nederland is gedaald, van 6,7 in 2022 naar 6,4 in 2023 en 6,0 in 2024. De meest aangekruiste aandachtspunten voor verbetering van het ondernemingsklimaat in Nijmegen zijn: de bereikbaarheid van de stad (42%), de gemeentelijke regelgeving (32%), een voldoende en goed aanbod van vestigingsplaatsen (23%), de dienstverlening van de gemeente Nijmegen aan bedrijven/instellingen (23%), de lokale lasten (22%) en de veiligheid (afwezigheid overlast en/of criminaliteit) (21%).
  • De markt voor bedrijfsruimten is krap. Ook het terstond uitgeefbaar bedrijventerreinaanbod (gereed om een bouwvergunning te verlenen) is laag, minder dan 1,3 hectare begin 2024. Naast dit terstond uitgeefbare aanbod is er wel nog een voorraad van 38 hectare niet direct uitgeefbaar terrein beschikbaar, hoofdzakelijk op De Grift in Nijmegen-Noord en ook wel op Winkelsteeg.

Toerisme

  • Het beeld van Nederlanders over Nijmegen ontwikkelt zich in een positieve richting. Zo is het rapportcijfer van Nederlanders voor de stad gestegen van 6,8 in 2015 naar 7,1 in 2022. En vaker dan bij de voorgaande metingen in 2015 en 2017 vinden Nederlanders evenementenstad, cultuurstad, uitgaansstad en sociale stad passende benamingen. De benamingen historische stad (74%), studentenstad (66%) en loopstad (66%) vindt men het meest passend. Meer dan bij de voorgaande metingen is het wandelen en fietsen in de omgeving van Nijmegen als bezoekreden genoemd.
  • Na een forse daling van het aantal hotelovernachtingen tijdens de coronacrisis, neemt het aantal overnachtingen weer toe tot 291.300 in 2023. Dat komt in de buurt van het aantal in de laatste jaren voor de coronapandemie. Ook het aantal bezoekende cruiseschepen en -passagiers is teruggeveerd naar het pre-coronaniveau.

Binnenstad

  • De laatste meting onder bezoekers van de binnenstad in het kader van de Stadscentrummonitor vond in 2022 plaats. In de loop van 2025 gaan we een nieuwe meting doen. Het rapportcijfer van bezoekers voor de binnenstad is in 2022 even hoog als in 2018, voor de coronacrisis, namelijk 7,7. Dit is het hoogste rapportcijfer voor de binnenstad dat we in de afgelopen 26 jaar gemeten hebben. Het beeld van bezoekers over de vooruitgang van de binnenstad - in de voorgaande periode én de verwachting voor de komende periode jaren - was bij de metingen in 2020 en 2022 minder positief dan in 2018.
  • Het winkelgebied Centrum Nijmegen is in 2023 in winkelomzet de belangrijkste aankoopplaats in Oost-Nederland. Op de tweede plaats staat de woonboulevard in Duiven. Daarna volgen respectievelijk de binnensteden van Enschede, Arnhem en Zwolle. Een factor van betekenis daarbij is dat Nijmegen de meeste inwoners telt en de binnenstad daaraan al veel omzet ontleent.
  • De werkgelegenheid in de binnenstedelijke detailhandel is in 2024 16% lager dan in 2009. De laatste jaren is die wel weer iets toegenomen. En sinds het topniveau van 2005 is aantal winkels is met 31% gedaald. Tegelijk laat de groei van andere functies, zoals wonen, horeca en persoonlijke verzorging, zien we dat de binnenstad zich snel aanpast. De leegstand van het aantal verkooppunten in de binnenstad fluctueerde de afgelopen tien jaar. De laatste paar jaar is deze weer aan het stijgen (9% in 2025).
  • Het aantal banen in de horeca in de binnenstad is na een daling tijdens de coronapandemie weer fors gestegen (3.090 in 2024). Het is hoger dan voor de coronapandemie en ook hoger dan het aantal banen in de binnenstedelijke detailhandel (2.480). In 2025 telt de binnenstad 317 verkooppunten in de sector horeca, cultuur en vermaak en 356 winkels.
  • Steekproeftellingen laten een sterke stijging zien van het aantal binnenstadbezoekers per week (in 2024 geraamd op 272.000, wat hoger is dan in de jaren voor de coronapandemie).  
  • Ook het bezoek aan de culturele instellingen in de binnenstad is flink toegenomen. In 2024 steeg het totaal aantal bezoeken aan de gesubsidieerde podia naar een recordhoogte (770.500 versus 684.000 in 2019).
  • Onderzoek naar het imago van Nijmegen onder Nederlanders laat zien dat een aantal van de veel genoemde redenen om Nijmegen te bezoeken met de binnenstad te maken heeft (winkelen, horecabezoek, bekijken binnenstad, geschiedenis ervaren, museumbezoek, evenementenbezoek en recreëren rond de Waal). Ten opzichte van de eerdere metingen in 2015 en 2017 zijn horecabezoek en het bekijken van de binnenstad in 2022 vaker als bezoekredenen genoemd.

Bereikbaarheid

  • Voor de bereikbaarheid binnen de stad met de fiets geven bewoners gemiddeld het rapportcijfer 8. De bereikbaarheid binnen de stad met de bus krijgt een 7. De bereikbaarheid binnen de stad met de auto waarderen de bewoners minder hoog, met een 6. De waardering voor de bereikbaarheid met de bus is sinds 2015 wat aan het dalen (was 7,5 in 2015).
  • De waardering van bewoners voor de bereikbaarheid binnen de stad (6,0) is lager dan die voor de bereikbaarheid van de stad (van buiten Nijmegen de stad binnenrijden) (6,7). Najaar 2023 staat de verkeersdrukte op nummer twee in de top tien van belangrijkste stadsproblemen volgens bewoners, net als in 2021.


Figuur: Gemiddelde rapportcijfers van bewoners voor de bereikbaarheid per fiets, auto en bus. Bron: Burgerpeiling, O&S.

  • De waardering van binnenstadbezoekers voor bereikbaarheid van het stadscentrum met de auto (6,9) ligt in de buurt van de 6,7 die bewoners voor de bereikbaarheid van de stad met de auto geven. Voor de bereikbaarheid van het stadscentrum met het openbaar vervoer en de fiets geven bezoekers een 7,6 respectievelijk 7,9.
  • Aan bedrijven en instellingen is in 2024 gevraagd naar de belangrijkste aandachtspunten voor de verbetering van de bedrijfsomgeving (de openbare ruimte in de directe omgeving van de vestiging). Het op een na meest aangekruiste aandachtspunt is de bereikbaarheid per auto (door 30%). Dit is duidelijk vaker gekozen dan de bereikbaarheid per openbaar vervoer (15%) en de bereikbaarheid per fiets (9%). Ook is gevraagd naar aandachtspunten voor de verbetering van het ondernemingsklimaat in Nijmegen. Hierbij is de ‘bereikbaarheid van de gehele stad’ het meest aangekruist (door 42%).
  • Van de in Nijmegen werkende inwoners gaat 66% meestal met de fiets naar het werk (meting in 2023). Dit percentage is bij de laatste Burgerpeilingmetingen vrij stabiel. Op plek twee staat ‘met de auto’ (22%).
  • De fiets is ook is veruit het meest gebruikte vervoermiddel voor bewoners om naar de binnenstad te gaan. Het aandeel Nijmegenaren, dat meestal met de fiets naar de binnenstad gaat, ligt voor overdag tussen de 70 en 74% en voor ’s avonds op 77% (meting in 2023). Deze percentages zijn ten opzichte van 2021 niet veel veranderd, maar zijn wel wat hoger dan in 2019 (overdag tussen de 66 en 69% en ’s avonds 74%). Op plek twee staat ‘te voet’.
  • Verschillende bronnen laten zien dat er de nodige parkeeroverlast ervaren wordt. Bij bedrijven en instellingen is dit het meest aangekruiste aandachtspunt voor de verbetering van de directe bedrijfsomgeving (42%). In de top tien van het aantal Meld & Herstel meldingen door bewoners is parkeeroverlast in 2024 gestegen naar de derde plaats. En ‘onvoldoende parkeerplaatsen/parkeeroverlast’ staat najaar 2023 op de tweede plaats in de ranglijst van de met voorrang aan te pakken buurtproblemen volgens de bewoners van Nijmegen. In Lindenholt, Nijmegen-Oud-West en Nijmegen-Centrum is het aandeel bewoners dat vaak parkeeroverlast ervaart wat hoger dan gemiddeld (27-28% versus gemiddeld 22%).
  • Het percentage bewoners, dat vaak overlast van hardrijdend verkeer ervaart, is gestegen van 29% in 2017 naar 37% in 2021 en 2023. ‘Verkeersveiligheid/hard rijden’ staat najaar 2023 op de derde plek in de lijst van de meeste genoemde buurtproblemen volgens bewoners.
  • Het aantal geregistreerde verkeersongevallen per 100.000 Nijmegenaren lag in 2023 op 603. Dat is ongeveer even hoog als in 2019, het jaar voor de coronapandemie. Tijdens de pandemie was dit aantal lager; in de periode 2015-2018 was het hoger.

Openbare ruimte

  • Het oordeel over enkele aspecten van de openbare ruimte in de stad is in 2023 weinig veranderd ten opzichte van 2021. In 2021 en 2023 vindt 58% Nijmegen een schone stad (bij metingen daarvoor was dit percentage wat hoger). In 2023 vindt 73% Nijmegen een stad met veel groen, versus 72% in 2021 (bij de metingen daarvoor was dat 74-77%). Het oordeel over het onderhoud van de wegen is ongeveer gelijk gebleven; het percentage Nijmegenaren dat tevreden is over het onderhoud van de fietspaden in de stad (69%) is groter dan het percentage dat tevreden is over het onderhoud van de wegen voor het autoverkeer in de stad (53%).
  • Het oordeel over enkele aspecten van de openbare ruimte in de buurt is in 2023 iets minder gunstig dan in 2021: 69% van de Nijmegenaren vindt de woonbuurt schoon (71% in 2021), 77% is tevreden over de verlichting in de buurt (79% in 2021), 57% is tevreden over het onderhoud van wegen in de buurt (60% in 2021) en 54% is tevreden over de speelvoorzieningen in de buurt (58% in 2021).
    In 2023 is 65% tevreden over de groenvoorzieningen in de buurt en is 17% er ontevreden over. Dat ligt dicht in de buurt van de in 2021 gemeten percentages. In de jaren 2017 en 2019 was een wat hoger percentage tevreden over de groenvoorzieningen in de buurt (71 respectievelijk 68%).
  • Als belangrijkste buurtprobleem kwam bij de Burgerpeiling 2023 rommel en zwerfvuil naar voren, net als in 2021 en 2019. Hierbij aansluitend gaan veel Meld & Herstel meldingen van bewoners over afval en vervuiling (32% van alle meldingen in 2024, waarmee dit de grootste meldcategorie is). Ook gaan in 2024 veel meldingen over overlast (vooral over overlast van personen, vuurwerk, fietsen, andere voertuigen en geluid), parkeeroverlast, trottoirs/wandelpaden en wegen/pleinen (over fietspaden worden veel minder meldingen gedaan), straatverlichting (defecte lampen), groen (bomen, plantsoenen, grasvelden/bermen) en verkeerslichten/-borden.
    In de top tien van het aantal Meld & Herstel meldingen is parkeeroverlast in 2024 gestegen naar de derde plaats. ‘Onvoldoende parkeerplaatsen/parkeeroverlast’ staat najaar 2023 op de tweede plaats in de ranglijst van de met voorrang aan te pakken buurtproblemen volgens de bewoners van Nijmegen.
  • Meldingen over vuurwerk vallen deels onder de categorie ‘overlast’ (subcategorie ‘overlast door vuurwerk’). Daarnaast is er ook een aparte meldcategorie ‘vuurwerk’. Als we de meldingen over vuurwerk bij elkaar optellen, zien we een forse stijging van 1.261 meldingen in 2023 naar 2.370 in 2024.


Figuur: Top 10 meldingen over openbare ruimte door bewoners, 2022, 2023 en 2024. Bron: registratiegegevens Meld & Herstel meldingen.

Zorg

De gemeente biedt bewoners met ondersteuningsvragen en problemen op allerlei manieren hulp, onder meer via:

  • Stips (voor Nijmegenaren met informatie- en adviesvragen) (24.300 bezoeken in 2023, versus 23.100 in 2019, het jaar voor corona).
  • Buurtteams Volwassenen (voor iedereen tussen de 18 en 65 jaar, zonder thuiswonende kinderen, die ondersteuning nodig heeft of problemen ervaart in het dagelijks leven; de teams bieden in de buurt basishulp én indien nodig toegang tot aanvullende zorg/maatwerkvoorzieningen; boden in 2024 hulp aan bijna 3.500 inwoners).
  • Buurtteams Jeugd en Gezin (bieden basiszorg en toegang tot aanvullende zorg/maatwerkvoorzieningen voor personen in gezinnen met inwonende kinderen tot 18 jaar).
  • Algemene voorzieningen en preventieve hulpverlening .
  • Allerlei maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo en jeugdhulp (afgestemd op de persoonlijke situatie).
  • De Doorbraakaanpak (gericht op huishoudens met problemen op meerdere leefgebieden; in 2024 zijn er 142 casussen aangemeld).  
  • Regieteams (woonoverlast- en multiprobleemaanpak voor huishoudens met de meest complexe problematiek; in 2024 waren er 456 casussen in behandeling).
  • Het Zorg- en Veiligheidshuis Gelderland Zuid (voor hulpverlening op basis van een combinatie van zorg en strafrecht/dwang in gevallen van complexe problematiek; in 2023 waren er 221 Nijmeegse casussen in behandeling).
  • Diverse regelingen voor inkomensondersteuning .
  • In 2024 hadden 11.800 cliënten - zo’n 7.5% van de volwassen inwoners – 1 of meer indicaties voor een maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo (hulpmiddelen, huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding, 24uursopvang, crisisopvang; beschermd wonen is niet meegerekend, omdat Nijmegen hiervoor een regiofunctie vervuld). De afgelopen jaren nam het aantal cliënten voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen af, in 2024 met circa 310 cliënten. Deze afname wordt met name veroorzaakt door de daling van het aantal cliënten voor Wmo-ondersteuning (begeleiding en dagbesteding): van 3.580 cliënten in 2021 naar 2.270 cliënten in 2024. Dat heeft te maken met het van start gaan van de buurtteams volwassenen op 1 januari 2022. Deze teams bieden ondersteuning (basishulp) aan inwoners, waardoor in een deel van de gevallen geen maatwerkvoorziening ingezet hoeft te worden. De buurtteams volwassenen gaven in 2024 aan 3.490 inwoners ondersteuning, versus 3.270 in 2022.
    Als inwoners met ondersteuning van het buurtteam volwassenen en Wmo maatwerk worden samengenomen, is een gestage groei van aantal cliënten te zien.
  • De laatste vier metingen (over 2020 t/m 2023) in het kader van het cliëntervaringsonderzoek Wmo laten geen grote verschuivingen in de uitkomsten zien. Uit de meting over 2023 blijkt dat 80% van de cliënten de geboden hulp/ondersteuning van goede kwaliteit vindt; 9% vindt dat dat niet het geval is (11% ‘neutraal’). Verder geeft 78% aan dat de geboden hulp de ervaren kwaliteit van leven verbeterd heeft; 5% geeft aan dat dat niet het geval is.  Bijna twee derde (64%) geeft aan dat men snel geholpen werd; 18% geeft aan dat dat niet het geval was.
  • Bij de toekomstige ontwikkeling van het aantal Wmo-cliënten zijn de vergrijzing en het beleid gericht op zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen belangrijke factoren. Van de cliëntgroep met hulpmiddelen is circa twee derde 65 jaar of ouder en van de cliëntgroep met huishoudelijke hulp circa drie kwart. Tot 2035 zal het aantal 70-plussers relatief sterk groeien. Die sterke groei van het aantal 70-plussers zal leiden tot een grotere zorgvraag en ook tot een grotere behoefte aan woonruimte geschikt voor ouderen.
  • In 2024 kregen bijna 4.050 Nijmeegse jongeren jeugdhulp via een maatwerkvoorziening. Bij deze groep zijn ook jongeren van 18 tot 23 jaar meegerekend die verlengde jeugdzorg ontvangen. Van de inwoners tot 18 jaar ontving in 2024 13,3% jeugdhulp via een maatwerkvoorziening. De afgelopen twee jaar nam het aantal cliënten voor een maatwerkvoorziening jeugdhulp af, in 2024 met ongeveer 150 jongeren. Die daling heeft onder meer te maken met de ondersteuning (basishulp) die jongeren en ouders van de buurtteams jeugd en gezin krijgen, waardoor in een deel van de gevallen geen maatwerkvoorziening ingezet hoeft te worden. Deze teams gingen op 1 juli 2021 van start.
  • Een door O&S ontwikkeld prognosemodel laat voor de periode 2025-2030 een daling van het aantal jongeren met jeugdhulp zien. In het model, dat jaarlijks wordt aangepast, worden interventies als buurtteams, budgetplafonds en versterking van basisvoorzieningen meegenomen.
  • Jeugdhulp is er in twee vormen: hulp zonder verblijf (zoals ambulante begeleiding of behandeling) en hulp met verblijf (zoals in een behandelgroep, pleeggezin of gezinshuis). In 2024 kregen ruim 400 jongeren hulp met verblijf, veelal gecombineerd met jeugdhulp zonder verblijf. In 2022 waren dat er circa 440.
  • Uit het cliëntervaringsonderzoek jeugdhulp over 2023 blijkt dat de cliënten vanaf 15 jaar de kwaliteit van de jeugdhulp (maatwerkvoorzieningen) gemiddeld met het rapportcijfer 7,5 waarderen; 84% voelt zich beter door de hulp en 2% voelt zich er niet beter door. Het regelen van de jeugdhulp waarderen de cliënten met een 7,4. Deze uitkomsten zijn gunstiger dan het gemiddelde beeld voor de jaren 2020, 2021 en 2022.
    De ouders van cliënten tot 15 jaar geven gemiddeld een 7,5 voor de kwaliteit van de jeugdhulp; 82% geeft aan dat hun kind zich door de hulp beter voelt en 3% vindt dat dat niet het geval is. Het regelen van de jeugdhulp waarderen de ouders met een 7,4. De uitkomsten van de ouders liggen in de buurt van het gemiddelde beeld voor de jaren 2020, 2021 en 2022.
  • Een deel van de huishoudens heeft hulp en ondersteuning op meerdere vlakken nodig. Als we kijken naar alle gemeentelijke regelingen op het vlak van zorg, jeugd, inkomen en werk, blijkt dat in 2023 7,6% van de huishoudens van minstens vijf regelingen gebruikmaakten. Bij eenoudergezinnen lag dat percentage hoger (24%, tegenover 4 tot 9% bij andere typen huishoudens). Ook bij huishoudens met een migratieachtergrond is dit percentage hoger, waarbij er verschillen zijn naar land van herkomst.  

Onderwijs

  • Met een indicatie voor- of vroegschoolse educatie (VVE) vanwege een taal- en/of ontwikkelingsrisico komt een 2-3-jarig kind in aanmerking voor een gesubsidieerde plaats op een peutergroep en kan het de peutergroep een extra dagdeel bezoeken. Alle peutergroepen in Nijmegen bieden een speciaal VVE-programma aan. Ook sommige kinderdagverblijven hebben zo'n programma. Het aandeel 2-3-jarigen, dat van de GGD een VVE-indicatie heeft gekregen, schommelt rond de 20%. Het hoogste aandeel geïndiceerden werd gezien in 2022 (22%); in april 2025 heeft 19% van de peuters een indicatie.
  • In Nijmegen en de benchmarksteden zijn er relatief veel basisscholen met naar verhouding veel leerlingen met een groter risico op onderwijsachterstand. Waar gemiddeld 15% van de scholen in Nederland in deze categorie valt, is dat in Nijmegen en de benchmarksteden een kwart. Maar nog opvallender is de oververtegenwoordiging van scholen met naar verhouding veel leerlingen met weinig risico op onderwijsachterstand. De helft van de Nijmeegse scholen valt in deze categorie, tegenover 15% van de Nederlandse scholen. Deze situatie hangt samen met de samenstelling van de Nijmeegse bevolking: veel hbo- en wo-opgeleiden en ook veel mensen uit kwetsbare groepen.
  • Voor verschillende kwetsbaarheids- en achterstandsindicatoren op het vlak van onderwijs (aandeel 2-3-jarigen met een VVE-indicatie, concentratiegebieden van basisschoolleerlingen met achterstandsrisico, aandeel leerlingen in het voortgezet onderwijs dat naar havo of vwo gaat, aandeel leerlingen dat contact met Leerplicht heeft gehad) is eenzelfde spreidingsbeeld over de stad te zien. Aan de westkant van de stad (Dukenburg, Lindenholt, Hatert en Neerbosch-Oost) is het beeld relatief ongunstig.
  • 60% van de Nijmeegse basisschoolleerlingen bezoekt een school die dicht bij huis is; 40% bezoekt een school verder van huis (school ligt minstens 300 meter verder van de woning dan de dichtstbijzijnde school). Het aandeel, dat een basisschool verder van huis bezoekt, is tussen 2014/2015 en 2022/2023 toegenomen van 34 naar 40%. De stijging is het grootst in Nijmegen-Noord. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat er in die periode veel scholen in Nijmegen-Noord zijn bijgekomen; tien jaar geleden was er veel minder keus voor ouders en kinderen waardoor er "vanzelf" veel kinderen naar de dichtstbijzijnde school gingen.
  • In Nijmegen volgen ruim 12.000 kinderen basisonderwijs en bezoeken ruim 14.000 jongeren het middelbaar onderwijs. Op de mbo-scholen volgen 9.400 jongeren onderwijs en aan de Radboud Universiteit en Hogeschool Arnhem Nijmegen studeren circa 48.000 mensen. Na de jarenlange forse stijging van het aantal hbo-studenten in Nijmegen, is dit aantal de laatste jaren aan het dalen.
  • In studiejaar 2024/2025 was 11% van de universitaire studenten in Nijmegen uit het buitenland afkomstig. In alle andere benchmarksteden met een universiteit was dit aandeel een stuk hoger. In Nijmegen ligt het aandeel buitenlandse studenten al jarenlang op hetzelfde niveau. Het aantal buitenlandse studenten groeide wel, maar dat was min of meer in verhouding met de totale groei van het aantal studenten aan de Radboud Universiteit.

Cultuur en cultureel erfgoed

  • In de ‘samenvatting brede welvaart’ zijn onder ‘vrije tijd’ diverse cijfers opgenomen over de cultuurdeelname bij Nijmegenaren.
  • Na de coronapandemie zien we een sterke groei van het aantal bezoeken aan podiumvoorstellingen. In 2024 werden in Nijmegen 551.400 bezoeken aan podiumvoorstellingen gebracht, versus 430.900 in 2019. Voor de Stadsschouwburg, De Vereeniging, Doornroosje en Openluchttheater de Goffert bracht 2024 recordaantallen bezoekers.
  • Ook het filmbezoek in LUX nam na de coronaperiode toe. Wel is het aantal bezoeken in 2024 (219.000) lager dan in recordjaar 2019 (252.900).


Figuur: Totaal aantal bezoeken aan culturele voorstellingen in Doornroosje, De Vereeniging, de Stadsschouwburg, LUX, het Lindenberg Theater en Openluchttheater De Goffert. Bron: cijfers podia.

  • In 2024 zijn ruim 39.000 Nijmegenaren lid van de bibliotheek, van wie er bijna 23.000 jonger dan 18 jaar en ruim 16.000 volwassen zijn. Bij de leden onder de 18 jaar nam het aantal uitleningen (exclusief verlengingen) toe van 538.600 in 2022 naar 557.000 in 2024 (+3%). Bij de volwassen leden nam het aantal uitleningen (exclusief verlengingen) af van 354.00 in 2022 naar 330.300 in 2024 (-7%). In 2024 verliep 16% van alle bibliotheekuitleningen in Nijmegen via de Bibliotheek op school (versus ruim 11% in 2019). Naast het uitlenen van boeken vervullen bibliotheken een bredere maatschappelijk functie. Het totaal aantal bezoeken aan de bibliotheekvestigingen nam in 2024 toe.
  • Eind februari 2023 is de vervangende locatie van het Valkhofmuseum op het Keizer Karelplein opengegaan, aanvankelijk met beperkte openingstijden. Deze tijdelijke locatie heeft in 2024 beduidend meer bezoekers getrokken (bijna 37.000) dan in 2023 (bijna 16.000).
  • Museum De Bastei trok in 2024 een 52.000 bezoekers, ongeveer net zo veel als in 2019.  
  • Het meest bezochte monument in Nijmegen is de Stevenskerk. In 2024 trok deze kerk een recordaantal bezoekers (238.900 bezoekers).
  • In de afgelopen jaren is het cursisten bij de Lindenberg flink gestegen, van 3.461 in 2022 naar een recordaantal van 5.147 in 2024.
  • In 2022 hebben we voor de derde keer onderzoek naar het imago van Nijmegen onder Nederlanders verricht. Van de Nederlanders vindt 49% ‘cultuurstad’ een passende omschrijving voor Nijmegen. Dat is meer dan in 2015 (43%) en 2017 (41%). Van de Nederlanders, die Nijmegen in de voorgaande periode bezocht hebben, vindt 63% ‘cultuurstad’ een passende omschrijving, en van bewoners van de gemeenten rond Nijmegen 78%.
  • In 2022 denkt 42% van de Nederlanders dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is; 27% noemt Maastricht en 14% Amsterdam. In 2015 was dit verschil kleiner. Toen noemde 35% Nijmegen, 32% Maastricht en 16% Amsterdam.
  • Veertien procent van de Nederlanders, die Nijmegen in de voorgaande periode bezocht hebben, kwam onder meer naar Nijmegen om er de geschiedenis van de stad te ervaren. Bijna al die bezoekers zijn positief over wat Nijmegen op dit vlak te bieden heeft. Het ervaren van de geschiedenis is ook veel genoemd als reden waarom men de stad in de toekomst wil gaan bezoeken, namelijk door 36% van de Nederlanders, die Nijmegen in de toekomst (misschien) willen gaan bezoeken.

Sport

  • In de ‘samenvatting brede welvaart’ zijn onder ‘vrije tijd’ diverse cijfers opgenomen over de sportdeelname bij Nijmegenaren.
  • In 2022 gaat het met de meeste Nijmeegse sportverenigingen goed. Er zijn weinig sportverenigingen die qua vitaliteit (ledenontwikkeling, vrijwilligers, bezetting bestuur, financiële situatie) slecht scoren. Wel is de behoefte aan (extra) vrijwilligers onverminderd groot en een aantal verenigingen noemt de hoge energielasten als knelpunt. In 2025 vindt een nieuwe meting plaats.
  • In het eerste jaar na de coronapandemie (2022) werden bij de wandel- en hardloopevenementen in vergelijking met 2019 en eerdere jaren nog niet zo’n hoge aantallen deelnemers gehaald. In 2023 zien we een stijging, gevolgd door een verdere stijging en hoge deelnemersaantallen in 2024.
  • De 4Daagse is in 2022 nog steeds de belangrijkste associatie bij de stad; 49% van de Nederlanders denkt bij Nijmegen spontaan aan dit evenement. Veel mensen vinden ‘loopstad’ dan ook een passende beschrijving van Nijmegen (66%). Voor 30% van de Nederlanders geldt dat men ‘sportstad’ een passende omschrijving van Nijmegen vindt. Ten opzichte van de vorige metingen is dit percentage weinig veranderd.

Duurzaamheid

  • In 2022 en 2023 is het gasverbruik van huishoudens sterk gedaald tot 820 m3 gemiddeld in woningen met een gasaansluiting (2023). Tien jaar geleden was dat gemiddeld 1.330 m3. Het aandeel woningen met minimaal energielabel B steeg verder door naar 58% van de woningen met een geldig energielabel in 2024. In de benchmarksteden ligt dat percentage gemiddeld op 50%.
  • We zien een gestage afname van het aandeel woningen waar een aardgasaansluiting gebruikt wordt. Zowel het aandeel woningen met stadsverwarming (van 5,9% in 2017 naar 9,5% in 2023) als het aandeel woningen met elektrische verwarmingsinstallaties (van 1% naar 5,1%) neemt toe.


Figuur: Hoofdverwarmingssysteem Nijmeegse woningen. Bron: regionale Klimaatmonitor, RVO.

  • Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per woning is in 2022 en 2023 behoorlijk gedaald tot 2.200 kWh. Tien jaar geleden was dat gemiddeld 2.640 kWh.
  • Het aantal woningen met een zonnestroominstallatie is gestegen naar ruim 22.000 in 2023. Dat betekent dat op 26% van de Nijmeegse woningen zonnepanelen staan. In Nijmegen zijn er naar verhouding op wat meer woningen zonnestroominstallaties geplaatst dan in de benchmarksteden. Het vermogen van die installaties per woning is in Nijmegen iets hoger (870 watt) dan gemiddeld in de benchmarksteden (850 watt).
  • Bedrijven dragen steeds meer bij aan de totale hoeveelheid opgewekte zonnestroom (36% in 2023).
  • Naast de zonnestroom, zijn er vier windturbines langs de A15 en twee windturbines in Nijmegen-West met in totaal een capaciteit van ruim 17 Megawatt.
  • Het totale energieverbruik binnen onze gemeente is dalende, vooral door verminderd zakelijk gasverbruik bij bedrijven (vaak door sluiting of productiewijzigingen). De energiebesparing in de periode 2008-2023 bedraagt -35,2%.
  • Het aandeel opgewekte hernieuwbare energie in het totale Nijmeegse verbruik is in Nijmegen toegenomen van ruim 3% in 2018 naar 6,4% in 2022 (een actueler cijfer is nog niet beschikbaar).
  • Het percentage gescheiden ingezameld huishoudelijk afval ligt sinds 2020 op 73-74% (versus 67% tien jaar geleden). Daarbij is de nascheiding van niet gescheiden aangeleverd afval meegerekend (bijvoorbeeld van grof restafval en bouw- en sloopafval). In Nijmegen is het gemiddeld aantal kilo fijn huishoudelijk restafval per inwoner per jaar (75 in 2023) veel lager dan gemiddeld in de benchmarksteden (149). Dit heeft te maken met het hoge percentage gescheiden ingezameld afval in Nijmegen.
  • Na een jarenlange stijging is het aantal personenauto’s van particulieren per 1.000 inwoners in 2023 en 2024 gedaald tot 368 (versus 377 in 2022). Tien jaar geleden waren dat er 354. Bij de Burgerpeiling 2023 geeft 4,5% van de Nijmegenaren aan dat ze in de voorgaande 12 maanden van een deelauto gebruik hebben gemaakt. Verder geeft 2,2% aan de eigen auto regelmatig uit te lenen aan een ander huishouden en geeft 2,8% aan regelmatig een auto van een ander huishouden te lenen.
  • Het aantal voor meer bewoners toegankelijke laadpunten voor elektrische auto’s nam toe van 385 in 2019 tot 1.860 in januari 2025.

Organisatie

  • Inwoners van Nijmegen beoordelen de dienstverlening na een afspraak in de Stadswinkel of bij het Steunpunt in Dukenburg gemiddeld met een 8,5. Dat is even hoog als in 2023. Halverwege 2024 is aanvullend onderzoek gedaan naar de behoeften van inwoners ten aanzien van de gemeentelijke dienstverlening; 78% gaf een positief oordeel over de dienstverlening.
  • In 2024 beoordelen Nijmeegse bedrijven en instellingen de algehele dienstverlening door gemeente Nijmegen met een 6,1; 30% geeft een onvoldoende. Bij de vier metingen daarvoor lag dat cijfer hoger (6,4 of 6,5). De meest aangekruiste aandachtspunten voor verbetering van de algehele dienstverlening zijn: de vindbaarheid van de juiste weg/personen (door 34%), de snelheid waarmee vragen en/of verzoeken worden beantwoord (29%) en de bereikbaarheid van de medewerkers van de gemeente (26%). Door 17% is de digitale dienstverlening als aandachtspunt voor verbetering aangevinkt.
  • Er zijn diverse mogelijkheden voor bedrijven en instellingen om contact met de gemeente op te nemen. De meeste van die mogelijkheden zijn bij minder dan de helft bekend.
  • 15% van de bedrijven en instellingen geeft aan dat ze in de voorgaande twee jaar ‘een paar keer’ of ‘regelmatig’ contact hebben gehad met een gemeentelijke accountmanager bedrijven. Het rapportcijfer voor de dienstverlening van de accountmanager is het hoogst bij de bedrijven, die regelmatig contact hebben gehad (8,2 tegenover 7,7 voor de bedrijven, die een paar keer contact hebben gehad).
Deze pagina is gebouwd op 05/28/2025 08:25:35 met de export van 05/28/2025 08:17:23